Toen metaalbewerker George Stephen twee helften van een boei aan elkaar lastte, wist hij nog niet dat hij de standaard voor een kwalitatief goede barbecue aan het ontdekken was. De origine van de Weber Kettle en de groei die het merk door de jaren heeft meegemaakt maakt ons vandaag de dag een vertrouwde keuze voor liefhebbers van de barbecue. Lees hier hoe het allemaal begon.

We groeien allemaal met de tijd mee. Tegenwoordig is geen barbecue meer compleet zonder slimme thermometers, zijbranders of aparte rekjes en houders voor alle gerechten die je maar kunt bedenken. Maar één ding is altijd hetzelfde gebleven: de vorm van de original Weber kettle. Eenvoudig te herkennen, hoofdzakelijk in een diep zwarte kleur te bewonderen en amicaal gepresenteerd in de tuin, dat is hoe velen zich een barbecue zullen voorstellen. Dit was echter niet altijd het geval.

Het merk ‘Weber’ is min of meer ontstaan rond 1887 in een metaalbewerkersbedrijf van de gebroeders Weber, genaamd Weber Brothers Metal Works. Het bedrijf, gevestigd in Chicago, produceerde in het begin een breed assortiment aan producten. Denk hierbij aan scharnieren, maar ook complete wagens.

In 1950 werkte George Stephen Sr. als verkoper dit bedrijf, die op dat punt gerund werd door zijn vader. Hij was een erg creatieve denker, en was dan ook altijd in de weer met metaal en het betrekken van andere prulletjes zoals springveren. Toen Stephen het bedrijf overnam in 1958 en de naam veranderde naar Weber-Stephen Products, zette hij zich volledig in om nieuwe innovatieve dingen te verkopen. Geen van zijn producten waren echter een daverend succes. Hij heeft geprobeerd innovatieve postbussen en accessoires voor de open haard te verkopen, maar die bleken niet aantrekkelijk genoeg voor de klant.

 

Stephen, die inmiddels een flinke familie had opgebouwd met in totaal twaalf kinderen, vond het altijd erg gezellig om met het gezin bij elkaar te komen en eten te bereiden op de grill. Het was in deze tijd gangbaar om gerechten hierbij te bereiden op een soort vuurkorf gevuld met houtskool. Het nadeel hieraan was echter dat de open bovenkant erg slecht was voor het vlees. Niet alleen werd deze blootgesteld aan de elementen en het weer in het algemeen, maar degene die aan het grillen was ademde onbewust ook grote rookpluimen in. Daarbij kwam ook het risico dat het vlees helemaal onder de as zat als er een briesje voorbij kwam. In 1952 was Stephen het zat, en besloot een oplossing te bedenken.

In dit jaar was het metaalbewerkingsbedrijf nog zeer actief, en werden er veel boeien gemaakt voor de kustwacht en een bootclub in Chicago. Stephen besloot twee helften van een boei aan elkaar te lassen om zo een nieuwe grill te maken. Dit werkte aanvankelijk niet; het vuur ging uit. Nadat er gaten in gemaakt werken, bleek pas hoe effectief en fijn deze vorm was voor het barbecueën. Lang werd deze vorm aangeprezen als de best mogelijke en efficiënste vorm voor het barbecueën. Dit was niet helemaal waar, maar toendertijd werkte het goed!

Stephen besloot halverwege de jaren ’50 om te stoppen met metaalbewerken en zich volledig te richten op zijn barbecue’s. Hij had wel met opzet de naam Weber behouden, mocht zijn bedrijf niet goed uitpakken.